Ik had eigenlijk nog nooit van Bologna gehoord, maar uit alle blogs op internet bleek dat deze stad zeker een bezoek waard is. Bologna is vooral een stad waar je moet genieten van het heerlijke eten en van de fijne sfeer.
Eind van de middag arriveerde ik bij mijn AirBnB. Mocht jij ook op deze manier willen overnachten, kies dan voor Maria Teresa. Zij woont tegen het centrum van de stad aan en is erg vriendelijk en gastvrij.
Een onverwacht etentje
Ik at deze avond in een straat waar je absoluut geen restaurants zou verwachten. Enoteca Solferino zit aan het eind van een lange straat met appartementen. Het feit dat ik stemmen en gelach hoorde, deed mij deze straat in wandelen en zo kwam ik terecht bij een knus, lokaal restaurantje. Een vriendelijke serveerster hielp mij bij het uitzoeken van de wijn en een pastagerecht. Na dit heerlijke hoofdgerecht kreeg ik een typisch toetje uit Bologna, rijstcake. Dit gerecht is ook zeker het proberen waard!
De scheve torens van Bologna
Op dag twee in deze Italiaanse stad start ik met een lekker ontbijtje van de plaatselijke bakker. Vervolgens bezoek ik de scheve torens van Bologna. In de middeleeuwen stonden er in Bologna ruim 200 torens. De torens waren een teken van rijkdom en macht. Hoe machtiger een familie was, hoe hoger de torens waren die zij bezaten. Van deze 200 torens zijn er nu nog ongeveer 20 over. De scheve torens, ofwel Torre Asinelli en Torre Garisenda, kun je beklimmen voor een prachtig uitzicht over de stad. Bologna staat bekend om de rode daken van de huizen. Dit kun je dan ook mooi zien vanaf grote hoogte.
Een ander bijzonder plekje in Bologna is het raam aan de Via Piella, waar je kunt kijken naar het Canale delle Moline. Als je door de stad loopt, merk je vrijwel nergens dat er een systeem van ondergrondse kanalen door Bologna loopt. Op de meeste plekken kun je deze namelijk niet zien, behalve op dit bijzondere plekje. Als je door het raampje kijkt, waan je je eventjes in Venetië.
’s Middags at ik bij Osteria Del Podesta, waar ik wederom een heerlijke pasta kreeg. De rest van de middag bracht ik door rondom het Piazza Maggiore, dat wordt gezien als het belangrijkste plein van de stad. Een viertal gebouwen, Palazzo dei Banchi, de Sint-Petroniusbasiliek, Palazzo dei Notai en Palazzo d’Accursio en Palazzo del Podestà met de Torre dell’Arengo, domineren het plein. De zijstraatjes rondom het Piazza Maggiore zijn rijk aan winkeltjes met verse producten. Het is leuk om hier even doorheen te lopen en vooral goed om je heen te kijken naar alles wat er te zien is.
De lekkerste lasagne van Bologna
Eind van de middag neem ik plaats bij Zerocinquantino voor een koud glas Aperol en vervolgens liep ik door naar restaurant Al Sangiovese. Hier at ik de allerlekkerste lasagne die ik ooit in mijn leven geproefd heb. Ik heb tijdens deze trip wel geleerd dat de restaurants die er niet altijd het mooist uit zien, wel het beste eten hebben. Op die manier maak je kennis met de échte, lokale keuken van het land. In Bologna moet je dus vooral lekker genieten van het Italiaanse leven en alles op je af laten komen.